Budget-minded als we (geworden) zijn, kiezen we voor de rit van Mersing naar Singapore voor de goedkoopste variant die we op het busstation kunnen vinden en betalen we per persoon uiteindelijk 16 ringit in plaats van 60 ringit. De luxe variant zou ons binnen 2,5 uur naar downtown Singapore brengen, de budget rit verliep als volgt:
– 12:00 uur: Busstation Mersing, prijzen vergelijken en ticket kopen, maar ticket systeem werkt niet.
– 12:30 uur: Tickets gelaten voor wat ze zijn en twee porties nasi ayam, een kopi-ais en een cola besteld.
– 13:30 uur: Terug naar het busstation, geen tickets, maar “you no worry, I book ticket for you, come back at 14:30”.
– 14:30 uur: Systeem werkt nog steeds niet, maar we ontmoeten een Czech en een Slovaak mét tickets.
– 14:50 uur: Twee tickets bemachtigd, toch nog naar Singapore vandaag!
– 15:00 uur: Instappen, we vertrekken.
– 15:30 uur: Of toch niet, er zijn nog een paar plekjes vrij.
– 16:00 uur: Vertrokken! Naar Johor Baru, niet naar Singapore, dat lag te veel voor de hand.
– 18:00 uur: Aankomst in Johor Baru, overstappen op dezelfde ‘kleur’ bus, lijnnummer en bestemming boeien blijkbaar niet.
– 18:45 uur: Met de bus naar het Maleisische CIQ gebouw (customs, immigration & quarantaine) voor een departure stempel.
– 19:00 uur: Bus kapot, laatste stuk te voet afgelegd.
– 19:30 uur: Stempel te pakken, op zoek naar de volgende bus.
– 20:00 uur: Half uurtje in de rij. Verwarring alom over de juiste bus, maar ook hier blijkt het nummer en bestemming verder niet van belang, zolang de bus maar geel is.
– 20:15 uur: Aankomst in het Singapore CIQ gebouw. Arrival card ingevuld en aangesloten voor dé stempel.
– 20:45 uur: We mogen het land in, paspoort gestempeld en jawel: in de rij voor de bus.
– 21:30 uur: Nu blijkt de kleur, het nummer en de bestemming wel van belang. We springen in geel, CW2, Queen Street.
– 22:00 uur: Little India, Singapore, yes!
Sinds we in Maleisië rond reizen zijn we steeds meer van China Town en Little India wijken gaan houden. Het leven gaat er bijna 24 uur per dag door en guesthouses en eten is er goedkoop, gezellig en erg lekker. Maar Little India op zondag avond lijkt op kerst inkopen op 24 december, maar dan op teenslippers. Straten worden vol gebouwd met marktkraampjes, geluidsinstallaties en terrasjes, winkels verkopen hun producten door megafoons en het is er druk.
Heel erg druk.
We vinden rond elf uur een guesthouse waar we door twee franse meiden vanaf het balkon worden binnen geloodst, want de ingang zit weggestopt achter rijen mensen en kraampjes. Ali, de eigenaar van Ali’s Nest blijkt in 70’s en 80’s een chinees restaurant te hebben gerund in Drunen en spreekt een paar woordjes Nederlands.
Het eerste doel van ons verblijf in Singapore is natuurlijk de Marina Bay Area. Met het stijlvolle Marina Bay Sands hotel, de skyline van het Financial District en het Singapore Flyer reuzenrad maakt de Marina Bay een beste indruk, al helemaal als je bedenkt dat het hele gebied op gewonnen land is gebouwd en een paar jaar gelden dus nog gewoon zee was. Rond de Singapore Flyer zijn de curbstones en reclames van het stratencircuit voor de grand prix van Singapore nog zichtbaar en kunnen we de pitstraat en startgrid op ons gemak van dichtbij bekijken. Helaas duikt de naam van Max Verstappen nog niet op boven de pitboxen van Torro Rosso.
Al na een dag Singapore valt ons op dat het aantal warenhuizen bijna ontelbaar is. Niet alleen bovengronds kun je bijna non stop van reusachtige shopping mall tot shopping mall lopen, ook de meeste downtown metrostations en zelfs voetgangerstunnels onder grote kruispunten blijken vaak winkelcentra van vier ondergrondse verdiepingen.
De verschillende wijken zijn in Singapore meer dan in bijvoorbeeld Melaka, Georgetown of Kuala Lumpur duidelijk te onderscheiden aan hun stijl en bevolking. In het Colonial District wanen we ons terug in Europa, terwijl Arab Street, Little India en Chinatown ook elk hun eigen stijl, cultuur en geloof duidelijk uitdragen. Erg handig om zo een plekje voor onze lunch en diner uit te kiezen: ’s middags banana leaf rice of masala dosai in Little India, ’s avonds shoarma in Arab Street. Maar ook op de noedels en rijst zijn we na bijna vier maanden nog niet uit gekeken.
Als de avond valt en de skyline van Singapore oplicht worden we getrakteerd op de licht- en lasershows van het Marina Bay Sands en de Bay Gardens. Singapore lijkt nooit te slapen en gaandeweg verschuift ons ritme, ontbijten doen we tegen twaalf uur ’s middags, boodschappen doen we zelden voor middernacht en gelukkig zijn de wasserettes 24/7 geopend, want een wasje draaien we om drie uur ’s nachts.
Voor we Singapore verlaten besluiten we de botanische tuinen te bezoeken en een middagje op Sentosa door te brengen. Het zuidelijkste puntje van het Aziatische vaste land, ook wel Concrete Island genoemd, is vol gepakt met resorts en attractieparken. Een paar mooie stukken strand zijn genoeg om even lekker te relaxen, alvorens AirAsia ons naar Kuching brengt. Terug naar Maleisië, op naar Borneo!