Aangezien het pad in de sneeuw de orginele route niet volgt komt er regelmatig klauterwerk aan te pas om af te kunnen dalen. Het spoor is soms meer dan een meter diep en niet breder dan 30 centimeter waardoor we telkens met de crampons in onze eigen broek blijven hangen en voorover de sneeuw in duiken. Daarnaast zakken we bij ongeveer elke tiende stap tot onze knieën in de sneeuw. Maar liefst zeven uur later zitten we warm en droog aan een klein kacheltje in een teahouse in Humde. Door de sneeuw lijken we in slowmotion te bewegen, want voor de afgelegde afstand staan zonder sneeuw twee uur gepland. Er staan ons nog een aantal heftige dagen te wachten!
Nadat we op dag 12 het dorpje Chame verlaten, verlaten we ook de sneeuw. De komende twee dagen zouden we maarliefst 66 km lopen en 2000 meter afdalen en dat nemen onze knieën ons niet in dank af. Nadieh heeft ondertussen de rugzak van onze gids overgenomen die de lengte van de geplande etappes blijkbaar ook onderschatte. Terwijl we lunchen in Ngadi komt een engelsman die we acht dagen eerder spraken in een teahouse langs de route aanzetten. In geuren en kleuren wisselen we de belevenissen van de afgelopen week uit en vervolgen we het laatste en minst mooie stukje van de route. Een grote chinese energieleverancier besloot hier de vallei lekker overhoop te halen om een mega waterkrachtcentrale te bouwen. De electriciteit wordt naar china geëxporteerd en de nepalezen blijft alleen de chaos en rommel van een grote bouwput.
De laatste twee dagen lopen we door een spectaculair landschap en dorpjes waar de klok meer dan 100 jaar geleden lijkt te zijn blijven stilgestaan. Huizen zij niet meer dan hutten van hout en bamboe met daken van stro en leem. Electriciteit is er nauwelijks op een enkel husje met een klein zonnepaneel na. Als we groepjes locals passeren wordt er heel wat af gelachen en gegiechelt en na een beetje te hebben nagevraagd blijkt men het vooral erg leuk te vinden dan de white people de weg naar hun dorpje hebben gevonden in plaats van alleen maar de standaard trekking routes te volgen.
Na zestien geweldige dagen en een laatste overnachting in Gilung onder toeziend oog van een dikke rat die ons de hele nacht gezelschap hield, brengt de bus ons terug naar Pokhara. De bus wordt zoals gebruikelijk gezellig vol geladen: 32 zitplaatsen betekent dat er 50 mensen kunnen zitten, er nog minstens 25 staan en er een stuk of 15 op het dak klimmen. Dat die 15 personen bij checkpoints niet op het dak mogen zitten is geen probleem: even proppen en ook zij staan, hangen, liggen of zitten in de bus.
Na een bumpy ride van een uurtje of 5 ploffen we in Pokhara neer aan het meer en trakteren we ons zelf op een heerlijk koud bier, happy hour! Even een paar dagen relaxen, kleren wassen, verslagen schrijven en dan verder. We hebben ondertussen besloten richting Bardia National Park te rijden met een tussenstop in Nepalgunj, maar wanneer het verhaal daarvan volgt blijft nog even open, aangezien internet en electriciteit nog steeds lekker vaak niet werken. Wij vinden het eigenlijk wel best zo!