Als we terug lopen richting ons hostel zijn de straten rondom veranderd in een gezellige nightmarket, natuurlijk met streetfood en karaoke. Een perfecte gelegenheid om onze honderdste reisdag te vieren. Na een nachtje slapen zijn we gewend aan de bonte storm van rikshaws en hordes Chinese toeristen. We duiken een beetje in de historie van Melaka met een groot VOC-aandeel: Het Stadthuys, Dutch Square, een windmolen en een verdwaalde trap- of klokgevel en een paar grote kanonnen met VOC-logo op het bastion.
We besluiten Singapore nog even uit te stellen en na drie dagen Melaka terug te rijden naar de oostkust om een paar dagen te relaxen en een paar duiken te maken. Pulau Tioman lijkt daarvoor de perfecte bestemming. Vier uur bussen, een beetje wachten en twee uur boten later stappen we op het strand van Air Batang op Pulau Tioman. Air Batang is het typische voorbeeld van een layed back dorpje zonder stress. Geen wegen, dus geen auto’s, bijna geen internet, een paar kleine winkeltjes en eettentjes waarvan de openingstijden- en dagen variëren naargelang de gemoedstoestand van de uitbater.
Op Pulau Tioman wemelt het van de grote hagedissen, sommige exemplaren zijn bijna twee meter lang. We komen er dan ook regelmatig tegen als we op zoek gaan naar mooie strandjes en baaien. We maken twee mooie duiken bij Chebeh Island en vieren Rubens dertigste verjaardag in Island-style, onder een palmboom met de tenen in het zand, happy hour en hamburgers!
Na vijf dagen zijn we helemaal fit voor Singapore en pakken we de veerboot terug naar het vaste land. Hoe we precies in Singapore gaan komen weten we nog niet, maar we gaan dan toch eindelijk die kant op!