Guesthouses zijn er in Kuching in overvloed, maar we treffen vooral gesloten deuren en lege balies aan als we op zoek gaan naar een slaapplek. Uiteindelijk vinden we een kleine kamer waar we de komende dagen zullen blijven. Nadieh wil al sinds aankomst de grote rafflesia bloem zien, maar tot nu toe hebben we geen geluk, er zijn nog geen bloeiende exemplaren bekend rond deze tijd. Wel zijn er orang-oetangs en die willen we natuurlijk ook zien! We proberen voor de eerste voedertijd in het wildlife park te zijn, maar op het busstation ontstaat er verwarring over de bus. De buschauffeur blijkt ziek. Of de bus stuk. Lijn 6 komt in ieder geval niet opdagen. We besluiten samen met drie anderen een busje te regelen en zijn nog ruim op tijd in het park. Nog voor we de voederplek bereikt hebben slingert er al een orang-oetang boven onze hoofden, even een showtje weggeven. We zien uiteindelijk wel twaalf orang-oetangs, waaronder twee vrouwtjes met hun kleintjes en de ‘troonopvolger” Edwin. De grote baas Ritchie blijft in het regenwoud achter. Misschien maar beter ook, want Ritchie zou volgens de rangers in het park nogal temperamentvol zijn.
Kuching is een aangename stad om een paar dagen door te brengen. We genieten bijna elke avond van de zonsondergang aan de oever van de Sarawak rivier en ontdekken een paar leuke eettentjes en restaurants. Vooral de pisang goreng (gebakken banaan) bevalt. Van het kleine aantal bezienswaardigheden rond de stad bezoeken we de orchideëntuin, de grote moskee en fort Margeritha.
Bako National Park is een van de mooiste stukken natuurgebied van Sarawak en vanuit Kuching makkelijk op eigen houtje te bereiken. Een uurtje met de bus en twintig minuutjes met een kleine boot en we zijn in het park headquarters. Na drie keer navragen blijken alle accommodaties te zijn volgeboekt en lijken we dezelfde middag alweer terug te moeten naar Kuching, terwijl we eigenlijk twee dagen willen blijven. Na een vierde en zelfs vijfde keer navragen blijkt er plotseling een kamer vrij! Geen idee waar die opeens vandaan kwam, maar wij zijn er blij mee. We spotten meteen bij aankomst in het park al de eerste Proboscis monkeys (neus apen) en maken kennis met een paar wilde zwijnen rond het HQ. We kiezen een paar paden die we de komende twee dagen willen wandelen en gaan op pad. Het verschil tussen de verschillende types regenwoud is interessant om te zien en tegen het einde van de dag vinden we weer een groep proboscis monkeys. Apen blijven gewoon leuk om naar te kijken!
De tweede dag wandelen we langs een paar prachtige, bijna filmachtige stranden. Omdat we al vroeg op pad zijn hebben we de plekjes even helemaal voor ons zelf en genieten van onze vier maanden die we inmiddels op reis zijn. Tijdens de boot rit terug naar Bako Bazaar worden we getrakteerd op een frisse douche, maar de wind en de zon zorgt ervoor dat we alweer droog zijn voordat de bus ons terug naar Kuching brengt.