Na een korte vlucht landen we vrijdag middag op KLIA2, de internationale luchthaven voor budget airlines in de buurt van Sepang. Kuala Lumpur (door alles en iedereen in Maleisië steevast als KL aangeduid) is nog niet in zicht, dus we regelen twee tickets voor een busrit naar KL Sentral, de centrale transport hub in KL. Daarna volgt een ritje met de monorail en vervolgens een korte wandeling tot we ons guesthouse bereiken.
In Maleisië zetten we onze horloges een uurtje terug en is het tijdverschil met Nederland 6 uur. Hoewel het dus ongeveer een uur langer licht is ten opzichte van Koh Tao en Surat Thani wordt het inmiddels donker. De rit naar het guesthouse duurde langer dan gedacht, dus: etenstijd! Maleisië staat meer nog dan Thailand bekend om streetfood. Rond zonsondergang komen de nightmarkets tot leven, worden straten afgesloten voor verkeer en gevuld met eetkarretjes, tafels en krukjes en worden de lekkerste en vreemdste gerechten onder onze neus bereid.
De Petronas Twintowers zijn vanuit vrijwel elke wijk in de stad nadrukkelijk aanwezig en één van de must-see’s in KL. We besloten de torens niet te beklimmen, de skyline van KL is behalve de Menara KL toren niet heel spectaculair. Maar de architectuur van de Petronas Towers is indrukwekkend genoeg om ’s avonds even terug te lopen om ze ook in verlichte toestand de bewonderen. Net als we een menu hebben ontcijfert en iets te eten bestellen, maken we kennis met de tropische maleisische regenbuien, we zouden er later onze horloges op gelijk zetten: drie uur, elke dag, zonder uitzondering. Verder maakten we in die zelfde eettent nog kennis met een aap, die samen met z’n baasje een hapje kwam nuttigen!
In de mega-boekenwinkel Kinokuniya kopen we onze Rough guide to Malaysia en neuzen we tussen de rekken reisgidsen, wie weet welke boeken we dit jaar nog gaan kopen! We struinen door de leukste wijken van KL: Chinatown, Little India, Brickfields, Chow Kit, ‘The Golden Triangle’ en ontdekken de ‘banana leaf meal’, een bananenblad op tafel dient als bord, terwijl een klein leger aan indiërs uit potten, ketels en emmers je blad vol scheppen met rijst, groente, sausjes en soep. En zoals bij de Nepalese Dal Baht wordt het blad bijgevuld als je niet oplet en met duidelijke taal en gebaren laat weten dat je genoeg hebt gehad. Als we bij de 7 Eleven een fles water kopen gluurt vanuit een rek achter in de winkel een smakelijke pot Nutela om de hoek, die hadden we al bijna drie maanden niet meer gezien! De pot Nutela gaat mee en Ruben eet bij het ontbijt bijna een zak toastbrood met Nutella, die hebben we stiekem toch gemist.
Aangezien Maleisië een islamitisch land is mag een bezoekje aan de Masjid Negara – de nationale moskee – niet ontbreken en ook daar geldt: passend gekleed. Niet alleen schoenen uit en armen en benen bedekt, maar ook een hoofddoek voor Nadieh. De moskee is verder niet heel indrukwekkend, maar de manier waarop de islam, christendom, hindoeïsme, boedhisme en andere geloofsovertuigingen in Maleisië naast elkaar bestaan des te mooier.
De laatste dag in KL laten we een paar foto’s afdrukken voor Nadieh’s logboek en maken we plannen voor de komende weken in Maleisië. We kopen twee bustickets naar Tanah Rata in de Cameron Highlands voor het eerste echte regenwoud van onze reis en… nog meer regen!