Via een hele vreemde omweg rijden we het busstation van Solo binnen. Als we een half uurtje later ontdekken dat we de verkeerde kant op gelopen zijn blijkt de korte omweg onze oriëntatie behoorlijk te hebben verstoord. We moeten een paar keer de weg vragen en lopen uiteindelijk nog meer dan een uur richting onze beoogde slaapplek. Die blijkt gelukkig de moeite waard, want voor nog geen tien euro slapen we in een leuke kamer aan een mooie binnenplaats met zwembad.
Solo staat bekend om de batik stoffen, waarvan de meeste motiefjes bij ons niet echt in de smaak vallen. Maar een uurtje struinen over de batikmarkt en de overdekte groente- en fruitmarkt is wel gezellig. Even later komen we een grote antiekmarkt tegen waar we ook nog even neuzen tussen de oude rommel. Zonder buit, want dat past allemaal niet in onze rugzak. Solo’s bekendste gerecht is nasi liwet, rijst gekookt in cocosmelk die we in twee verschillende warungs proberen, met smakelijk succes. Drie dagen is meer dan genoeg om het stadje te bekijken en we boeken tickets voor de nachttrein naar Malang. Hetzelfde ritueel in de Indomarket als in Pagandaran volgt, maar uiteindelijk krijgen we onze bon en kunnen we de tickets printen.
De trein stopt om vier uur in de ochtend op het station van Malang. We nemen intrek in de stations hal en slapen nog een uurtje of twee. Als het licht wordt gaan we op zoek naar een kamer waar we uiteindelijk niet lang van zullen genieten. We boeken namelijk diezelfde middag nog een tour naar de vulkaan Bromo en zullen om één uur ’s nachts worden opgepikt. Veel slapen zit er dus niet in, al helemaal omdat we die avond nog een biertje willen drinken om ons zes maanden reis jubileum te vieren. We doen toch een snel dutje en kruipen even later in een kleine Toyota Landcruiser op weg naar Gunung Bromo.
De rit naar de bekende vulkaan duurt vier uur. We kronkelen en hobbelen over smalle zandweggetjes naar 2700 meter. Bij het uitzichtpunt voor de zonsopkomst is het al druk als wij er aankomen, dus we besluiten een rustiger plekje te zoeken. De vallei onder ons is bedekt met een sierlijke wolkendeken waar alleen een aantal vulkanen, waaronder Bromo en Semeru bovenuit steken. De grote wolk waterdamp die Gunung Bromo uitspuugt is duidelijk te zien en elke vijf minuten stijgt er in de verte een aswolk op uit een krater op Gunung Semeru, de hoogste piek van Java. De zonsopkomst is adembenemend en als we ons ontbijt nuttigen op de uitgestrekte zandvlakte aan de voet van Gunung Bromo trekt de mist uit de vallei langzaam op.
Een korte wandeling later staren we over de rand, diep in de krater van Gunung Bromo. De hitte van de aarde verwarmt het water zodat er grote wolken opstijgen diep uit de krater. Tijdens de rit over de zandvlakte – eigenlijk geen zand maar as uit van de vulkanen – stoppen we een paar keer voor een foto momentje. Nu de zon schijnt en de mist is verdwenen zien we pas waar we vannacht overal doorheen gereden zijn. Even later staan we in een file van Landcruisers en nemen we een kijkje waarom we niet verder kunnen. Even verder komt één van de jeeps de helling niet op. Na de zoveelste poging begint de jeep weg te glijden en rolt op z’n dak. De chauffeurs van de Landcruisers zien er de humor wel van in, want de jeep hoort niet bij het groepje van ‘professional drivers’. Nadat ze rustig de tijd hebben genomen voor een uitgebreide fotoshoot van de gecrashte jeep worden er manschappen verzameld om het voertuig aan de kant te schuiven. Een half uur later is er net genoeg plek voor de colonne Landcruisers en vervolgen we onze rit terug naar Malang.
We kunnen nog even gebruik maken van onze kamer om te douchen en vertrekken vervolgens aan onze lange reis richting Flores, maar de eerste tussenstop staat gepland in Denpasar, Bali.