Langzaam maar zeker naderen we de Atacama woestijn in het noorden van Chili. In La Serena nemen we intrek in een kunstgalerij en toneelschooltje dat we via AirBnb gevonden hebben. De kustplaats is lekker levendig vanwege het vakantieseizoen, maar het kilometers lange witte strand ligt hier net iets minder volgepropt. Toch weerhoudt de koude Humboldt stroming ons ervan een stukje te gaan zwemmen. Als alternatief lopen we over het strand en langs de rustige kustweg naar Coquimbo, waar een moskee en een gigantisch kruis vechten om de meest dominante plek aan de horizon.
Het noorden van Chili is ’s werelds beste locatie om het universum te observeren. Onder andere de grote hoogte, geringe lichtvervuiling en rond de driehonderd onbewolkte nachten per jaar dragen ertoe bij dat vrijwel alle belangrijke observatoria hier gevestigd zijn. Een paar weken geleden wisten we een reservering voor een bezoek aan het europese La Silla observatorium te bemachtigen, een afgelegen plek waar openbaar vervoer geen optie is. Daarom besluiten we in La Serena een auto te huren. Niet alleen voor La Silla, maar ook om de omgeving te verkennen. Met Vicuña als onze basis rijden we door de Elqui vallei om Chili’s beroemde pisco te proeven in de Los Nichos distileerderij en een kijkje te nemen in het leven van Gabriela Mistral, Zuid Amerika’s eerste Nobelprijswinnares voor literatuur. Later die avond volgen we een donkere en bochtige weg in colonne met een tiental andere auto’s richting het Cerro Mamalluca observatorium als voorproefje voor La Silla. De kleine sterrenwacht is speciaal geopend voor amateurastronomen en toeristen en we krijgen de kans door een aantal telescopen de maan en de sterren te bewonderen. Qua timing helaas niet perfect, want over een week is volle maan en er staan zo vroeg in de nacht nog geen planeten aan de hemel. De gids vertelt gepassioneerd over zijn hobbie en onze observaties, waardoor we de komende weken nog druk bezig zijn om verschillende sterren en sterrenbeelden te localiseren.
De volgende dag zetten we vanuit Vicuña koers richting de Paso del Agua Negra, een Chileens-Argentijnse grenspost op maar liefst 4779 meter. Niet omdat we naar Argentinië willen, maar omdat de lange, smalle en onverharde Ruta 41 door een spectaculair stuk Andes voert. Met een extra jerrycan water en een grote jerrycan benzine draaien en keren we urenlang de hoogte in. Ruben besluit een duik te nemen in het koude water van een felblauwe lagune met bont gekleurde bergen en witte pieken van meer dan zesduizend meter als decor. Als we de douanepost passeren moeten we onze paspoorten achterlaten, aangezien we niet van plan zijn Argentinië in te rijden en de Paso del Agua Negra – en dus ook de grens – 82 kilometer verderop ligt. Als we de pas bereiken en er een klein rondje lopen worden we geconfronteerd met de symptomen van hoogteziekte. Niet echt verrassend, aangezien we binnen een aantal uur meer dan vierduizend meter zijn gestegen. Ruben heeft duidelijk meer last en krijgt het niet voor elkaar een Avocado uit te lepelen en op het brood te smeren. Als we beginnen te dalen is er al snel niks meer aan de hand en is ons hoogteziekte-experiment geslaagd.
We vervolgen de Ruta de las Estrellas door een aantal kleine dorpjes en mooie valleien waar we makkelijk een plekje vinden om te kamperen en de sterrenhemel te bewonderen. We stoppen nog even in Andacollo, waar aanbidders van de heilige maagd van Andacollo een bizarre collectie van giften heeft achtergelaten in de basiliek en het naastgelegen museum. We hebben nog genoeg tijd om richting Punta de Choros te rijden en de nacht door te brengen in een afgelegen stukje duingebied. Nadieh kan haar geluk niet op als we ontdekken dat het strand bezaaid ligt met de mooiste en grootste schelpen en we de dag besluiten met een mooie zonsondergang.
En dan is het tijd voor ons bezoek aan het La Silla observatorium, een verzameling van maar liefst achttien telescopen onder de hoede van het Euopean Southern Observatory. We mogen onder andere een kijkje nemen in de New Technology Telescope, de ESO 3,6 meter planethunter en de 15 meter grote radiotelescoop. De nadruk in La Silla ligt vooral op de technologie achter de telescopen, dus het is mooi meegenomen als we in de control room aan de praat raken met een wetenschapster van de Universität zu Köln die ons een paar observaties uit haar onderzoek laat zien. Het is bijna zeven uur als ons bezoek aan het observatorium ten einde loopt. We rijden vervolgens een kleine twintig kilometer naar de uitgang van het terrein, stoppen in Vallenar voor boodschappen en rijden nog een stukje richting Coquimbo. Als het tijd wordt een plekje te zoeken om te kamperen draaien we van de snelweg een zandpad op, de leegte van de Atacama woestijn in totdat de lichten en het geluid van de snelweg verdwijnen. Waar we precies wakker worden zien we morgen als de zon opkomt wel weer.
In Copiapó bereiden we ons voor op ons verblijf in het Parque National Nevado de Tres Cruces. Hoog, afgelegen, uitgestrekt en verlaten. Dus weer extra benzine en water mee achter in onze kleine Chevrolet Onix. Het handje vol voertuigen dat we tegenkomen zijn uitsluitend jeeps, terwijl wij regelmatig net niet vast komen te zitten in het zand en de dikke stenen op het pad tegen de onderkant van de auto slaan. Toch bereiken we na een aantal uur de ingang van het park en kletsen een poosje met de vriendelijke ranger. Hij wijst ons erop dat er bij Laguna del Negro Francesco een refugio beschikbaar is waar we kunnen overnachten. Dus zetten we koers langs Chili’s zuidelijkste zoutvlakte richting de laguna. Ondertussen doemen er in de verte een paar stofwolken op van de mijnen die er kostbare mineralen delven. Maar wij zijn vooral onder de indruk van de kleurrijke bergen en de witte toppen van de meer dan vijfduizend meter hoge vulkanen. We delen het refugio met een werknemer van AtacamaDomes, die tijdelijke onderkomens bouwt en onderhoudt voor de mijnwerkers in de buurt.
De hoogte, of eigenlijk het ontbreken van fatsoenlijke acclimatisatie maakt een korte wandeling van de auto naar de slaapkamer tot een ware onderneming. De volgende ochtend lijkt ons brein ons verder in de steek te hebben gelaten als Laguna del Negro Francesco is verdwenen, opgedroogd, leeggelopen. Maar het rimpelloze wateroppervlak zorgt voor een bizarre spiegeling, waardoor de laguna verdwijnt in het uitgestrekte landschap. Eenmaal dichter bij de lagune vinden we een enorme groep flamingo’s die de plek tot hun thuis hebben gemaakt. Om langs de zoutvlakte de Paso de San Francesco te bereiken rijden we hetzelfde spoor waarlangs we gisteren gekomen zijn weer terug. Of toch niet? Hebben we een splitsing gemist? Of lijkt het nu gewoon anders door de zon? We houden een aantal orientatiepunten goed in de gaten en komen uiteindelijk weer op bekend terrein.
Nadat we afbuigen richting de pas worden de stukken zand waar we doorheen moeten langer en dieper. De kleine Onix ploegt er dapper doorheen totdat we uiteindelijk toch moeten opgeven. Als Ruben uitstapt om de mogelijkheden te bekijken zakt hij tot zijn enkels in het losse zand. Balen, maar het risico dat we vast komen te zitten is te groot. Er zit niks anders op dan om te draaien. Een alternatieve route zit er niet meer in, aangezien we door ons zanderige avontuur al teveel benzine verbruikt hebben. We rekenen het verbruik nog even door en komen tot de conclusie dat we terug moeten naar Coquimbó om te tanken en een andere route te nemen. Een omweg van een uur of zes totdat we de douanepost aan de overkant van de zoutvlakte bereiken. We melden ons netjes bij de Carabineros, maken onze geplande route duidelijk en rijden langs de douane richting Laguna Verde. Aan de oever van de laguna op 4350 meter bevindt zich één van de basiskampen voor de beklimming van de Ojos de Salado, met 6891 meter de hoogste berg van Chili en de op één na hoogste berg van Zuid Amerika. We kamperen tussen de expedities en nemen de volgende ochtend een bad in een heerlijk warme bron, nog geen vijf meter verwijderd van het ijskoude water van Laguna Verde. We hebben de grootste moeite uit de hotspring te komen, maar we hebben nog een hele rit voor de boeg. Afdalen richting Coquimbo, via de snelweg terug naar La Serena en vervolgens met de nachtbus richting San Pedro de Atacama.
GEWELDIG!!!!!!!
Wat een verhaal ,ongelofelijk wat jullie allemaal mee maken.Heb weer van jullie verhaal genoten.?♀️??
Ruben en Nadieh wat prachtig daar kon ik ook wel van genieten wat jullie allemaal beleven en zien geweldig, heb erg genoten van het verhaal en de foto`s Toppie groetjes